Image

Dermatologie

Dermatologie

Huidproblemen? Niet bij mijn hond/kat!

Elke hond of kat wordt wel eens in zijn leven getroffen door een probleem met de huid. De typische voorbeelden zijn kleine wondjes, vlooien of teken en allergieën. Allergieën maken ook het grootste deel uit van chronische huidproblemen.

Huidproblemen kunnen echter heel uiteenlopend zijn en soms een uitdaging om te behandelen. Zo zijn sommige huidproblemen multi-factorieel. Dit betekent dat ze van talrijke factoren afhankelijk zijn zoals bvb. de anatomie van uw huisdier, de vachtstructuur, onderliggende genetica, schildklierfunctie, voeding, huisvesting enzovoort. Daarom is het soms niet mogelijk om een huidprobleem met slechts één middel of in slechts één consultatie op te lossen en is opvolging erg belangrijk.

Dierenarts Karlien Vanparys legt zich in onze praktijk toe op de dermatologie en volgt hiervoor een 3 jaar-durende cursus aan de Universiteit van Liverpool (Groot-Brittanië).

Hoe verloopt een dermatologisch onderzoek?

Tijdens het eerste consult wordt er samen met de u als eigenaar gekeken welke huidklachten de hond of kat heeft. Deze eerste controle neemt vaak meer tijd in beslag dan een standaard consultatie, omdat er oa. een reeks vragen gesteld wordt om het huidprobleem beter in kaart te brengen.

Na het stellen van de voornaamste vragen ondergaat het dier een klinisch en dermatologisch onderzoek waarbij er verschillende staalnames gebeuren ter hoogte van de huidletsels. Voorbeelden van zo’n staalnames zijn:
● een stofmonster (staalname van de losse vacht, schilfers en vuil in de vacht)
● een afdrukpreparaat (met een glaasje of plakband)
● een swab (met een speciaal oorstokje)
● een biopt (wegname van een stukje huid)
Daarnaast kunnen andere onderzoeken gebeuren zoals bvb. een bloedonderzoek om de orgaanfuncties te controleren of allergieën op te sporen. In sommige gevallen is er medische beeldvorming (echografie/radiografie) nodig.

Na het dermatologisch onderzoek wordt alles met u overlopen en wordt het verder diagnostisch en therapeutisch plan opgesteld. Hierna volgen we graag de patiënt verder op. Dit kan gebeuren per mail, telefoon of in een controle consult. Gezien allergieën vaak terugkerende problemen zijn, houden we graag nauw contact om uw dier jeukvrij te houden!

Vlooien

Vlooien

Vlooien zijn overal

Vaak wordt gedacht dat als een hond of kat niet in contact komt met andere honden of katten, de kans op vlooien heel klein is. Dit is helaas niet waar. Om dit uit te leggen en begrijpen, leggen we u graag de levenscyclus van de vlooien uit. (Copyright GIF: Michael Dryden)

Vlooiencyclus

Een volwassen vlo kan tot wel 50 eitjes per dag leggen op uw hond of kat. Deze eitjes blijven echter niet in de vacht kleven en vallen tussen de haren door op de grond. Deze eitjes kunnen dus overal terecht komen: in de tuin, in het park, het bos, de honden-weide, op straat, enzovoort. Binnen de 10 dagen zal er uit dit eitje een larve komen. Deze larve zullen een donkere, droge, warme plek zoeken, waar ze zich net zoals een vlinder zal verpoppen. Tapijten, zetels, dekens, houten vloeren vinden ze dus ideaal. In zo’n pop kan een vlo maanden overleven zonder zich te voeden. Wanneer een hond of kat in de buurt van zo’n pop komt, zal de jonge vlo snel uit de pop kruipen en op de hond of kat springen. Dit alles kan zelfs op enkele seconden al gebeuren. De vlo reageert in de pop namelijk op trillingen, warmte of veranderingen in lichtintensiteit. Na enkele dagen begint deze vlo al eitjes te leggen in de vacht van uw hond of kat. Heel deze cyclus duur onder ideale omstandigheden ongeveer 1 maand. Overal waar andere honden of katten komen, kan een hond of kat zich dus besmetten met jonge vlooien. Ook katten die niet buiten komen, kunnen zich besmetten omdat u met uw schoenen of kledij vlooieneitjes in huis kan brengen.

Heeft mijn huisdier vlooien?

U zult de vlooien zelden zien zitten of kruipen. Met behulp van een vlooien- of luizenkam kan u wel nagaan of er geen zwarte, komma-vormige uitwerpselen of volwassen vlooien in de vacht zitten. De uitwerpselen lijken op sigarettenas in de vacht. Kam vooral over het achterste gedeelte van de rug, de vlooien verkiezen deze plaats namelijk. Twijfelt u of het niet gewoon zand is? Dan kan u deze korrels met een vochtig doekje voorzichtig nat maken. Wordt uw doekje helemaal bruin, dan is dit wellicht van vlooien. Vlooien zorgen vooral erge jeuk. Daarnaast kunnen ze ook andere parasieten overdragen zoals lintwormen.

Vlooienbestrijding

Als u de vlooien echt de baas wilt zijn en de cyclus van de vlo wilt doorbreken dient u het hele jaar rond uw huisdier preventief behandelen tegen vlooien. In de meeste gevallen is dit voldoende. Vlooienproducten zijn beschikbaar in allerlei vormen. Zo bestaan er pipetten (spot-on), tabletten, halsbanden en sprays. In zeldzame gevallen kan u met een echte vlooienplaag in huis zitten. Naast behandeling van alle honden en katten, kan het zinvol zijn om ook een behandeling van uw huis in te stellen. Best was u dan alle wasbare dekens / tapijten / besmet textiel op minstens 60°C in de wasmachine. Daarnaast is dagelijks stofzuigen van uw huis belangrijk, omdat de vlooien onder invloed van de trillingen zullen ontpoppen en opgezogen worden in de stofzuiger. Er bestaan ook sprays (bvb Indoor X) waarmee uw uw huis kan behandelen tegen de vlooien.

Teken

Teken zijn overal

Teken zijn kleine spinachtige beestjes die leven van bloed. Teken komen in het hele land voor, ze zitten in de buurt van bomen, in gras, struiken of tussen dode bladeren. Ze worden actief vanaf ongeveer 7°C. Door de milde winters van de laatste jaren zijn ze vaak het hele jaar rond actief en dat betekent dat u voortdurend waakzaam moet zijn op tekenbeten bij uw honden of katten.

Volwassen teken reageren op warmte van passerende zoogdieren en ‘stappen’ dan over. Ze bijten zich vast in de huid en hebben daarbij een voorkeur voor de kop, oren, nek en poten, maar kunnen ook op de rest van het lichaam voorkomen. Ze zuigen zich vervolgens vol met bloed en als ze verzadigd zijn (meestal na enkele dagen) laten ze zich weer vallen. Sommige tekensoorten kunnen ernstige ziektes overdragen wanneer ze zicht vastzetten in de huid. Daarom is preventie van tekenbeten zeer belangrijk!

Heeft mijn huisdier teken?

Controleer uw huisdier regelmatig op teken, zeker na een wandeling door bos- of grasachtig gebied. De teken zien er uit als kleine spinnetjes van 1 – 2mm die door de vacht kruipen. Eens ze zich vastbijten, ziet u enkel nog de poten en het achterlijf. Wanneer ze zich volgezogen hebben, zijn ze veel makkelijker terug te vinden.

Hoe verwijder ik best een teek?

Gebruik voor het verwijderen van een teek steeds een speciale tekentang, – haak of pincet. TREK NOOIT AAN EEN TEEK! Bij het verwijderen mag u géén trekkracht uitoefen, maar dient u ze te verwijderen door een draaiende beweging te maken. Wanneer u de teek zou proberen uit trekken, kan het achterlijf afscheuren en kunnen de poten en de kop in uw dier blijven zitten. Dit kan leiden tot ernstig ontstoken wondes. Gebruik geen alcohol, zeep of olie om de teek te verdoven.

Belangrijk is om de teek na het afnemen ook effectief te doden. Wanneer u de teek gewoon in de vuilbak gooit, kan deze hier gewoon uit kruipen en alsnog eitjes leggen. Ga er niet opstaan met uw schoen, want hierdoor kunnen de eieren aan uw schoenen plakken en kan dit bijdragen tot verdere verspreiding van de teken.

Tekenbestrijding

Het verstandigste is het hele jaar uw huisdier te beschermen tegen teken. Gebruik dan wel voor elke diersoort het juiste middel. Er zijn allerlei soorten middelen verkrijgbaar in de vorm van halsbanden, pipetjes, pillen, sprays en poeder. Vaak zijn het combinatiemiddelen die ook effectief zijn tegen andere parasieten. Wat u gebruikt hangt af van uw persoonlijke voorkeur en omstandigheden. Overleg met uw dierenarts wat in uw situatie het meest geschikte middel is.

Demodex

Demodicose is een ontsteking van de huid, die wordt veroorzaakt door een groter dan normaal aantal Demodex mijten.

Demodex canis is een parasiet die leeft in de haarfollikels en in de afvoergangen van de talgklier of zweetklieren van honden. De parasiet maakt deel uit van de normale huidflora en ze voedt zich met huidcellen, talg en epidermale debris. Ze spendeert haar hele leven op de gastheer en in de meeste gevallen komen ze maar in kleine aantallen voor op de hond. Hierdoor zijn ze bijgevolg moeilijk terug te vinden bij gezonde honden. De levenscyclus bestaat uit 4 stadia: een ei, een 6-potige larve, een 8-potige nymfe en een 8-potige volwassen mijt. De volledige levenscyclus bedraagt 18 tot 35 dagen.

Een infectie met Demodex wordt beschreven als gelokaliseerd of gegeneraliseerd. De gelokaliseerde vorm komt het meeste voor en maakt zo’n 90% van de gevallen uit.

Bij gelokaliseerde demodicose zijn er meestal verschillende, kleine, rode, schilferige en vaak donker gekleurde plekken met haarverlies, vooral ter hoogte van het aangezicht (rond de ogen en op de oren) en de voorpoten. Typisch zijn er bij het onderzoeken van het haar zelf haarkraagjes (haren die aan elkaar plakken) aanwezig. Jeuk is zeldzaam, en is vooral aanwezig bij secundaire bacteriële huidinfectie, hoewel deze bij de gelokaliseerde vorm zelden voorkomt. Deze vorm komt vooral voor bij hele jonge honden (3–6 maanden) en er is meestal geen behandeling vereist.

De gegeneraliseerde Demodex-infectie wordt onderverdeeld in 2 vormen: de juveniele vorm en de adulte vorm, afhankelijk van de leeftijd waarop de ziekte zich manifesteert. De letsels zijn dezelfde als bij de gelokaliseerde vorm, maar zijn veel ernstiger en kunnen gecompliceerd worden door een bacteriële huidinfectie. Typisch zien we korsten, etterblaasjes, roodheid van de huid, oedeem en een diepe huidfollikelinfectie. Pijn, jeuk en algemeen ziekte gevoel kunnen aanwezig zijn. In zeer extreme gevallen kan er een bacteriële bloedvergiftiging optreden, die kan leiden tot de dood.

De diagnose kan gesteld worden door een huidafkrabsel te nemen of via een microscopische beoordeling van uitgetrokken haren (trichografie). Om soms tot een definitieve diagnose te komen, is het nemen van een biopsie van de huid noodzakelijk om de parasiet terug te vinden.

Bij de gelokaliseerde demodicose bij jonge honden is er meestal geen behandeling noodzakelijk, omdat de letsels meestal binnen de 6 à 8 weken spontaan wegtrekken.

De behandeling van de gegeneraliseerde demodicose bestaat uit het toedienen van een product dat de mijten doodt, welke u bij de dierenarts kan verkrijgen. Bij de meeste honden met een gegeneraliseerde demodicose is er ook een secundaire bacteriële infectie aanwezig, die kan leiden tot een toename van de jeuk en pijn. Daarom volstaat het soms niet om enkel een mijt-dodend product te gebruiken en moeten honden vaak ook antibiotica krijgen.

Wat de opvolging betreft, worden er liefst om de 2 à 4 weken huidafkrabsels genomen om te controleren op Demodex. Indien er op 4 afkrabsels van aangetaste huiddelen geen enkel levensstadium terug te vinden is van de parasiet, kan er besloten worden dat de behandeling aanslaat.

Alopecie

Wat is alopecie?
Alopecie betekent dat een normaal behaarde huid kaal wordt en dit soms via een bepaald patroon (bv symmetrisch, of vooral aan de staartbasis, of 1 poot, …

Hoe komt het dat mijn dier een haaruitval vertoont?

Dit kan komen door verschillende onderliggende oorzaken:

Aangeboren of erfelijke alopecia
Dit is een naaktheid dat gezien wordt bij het normale dier en is vaak een raseigenschap: bv. Sphinx, Peruaanse naakthond en de Chinese naakthond.

Secundaire alopecia
Dit is een kaalheid die veroorzaakt wordt door een bijkomende onderliggende aandoening, bv:
○ allergie
○ huidontsteking zoals bij bacteriën, schimmels of parasieten.
Om deze alopecia te diagnosticeren dienen we te weten of het dier jeuk heeft of niet, waar de jeuk vooral voorkomt en worden er staaltjes genomen van de huid om deze infecties te diagnosticeren. Deze stalen kunnen bv een tapestrip zijn of een afkrabsel.

Deze soort van alopecia moet altijd eerst uitgesloten worden alvorens we een patiënt gaan opwerken voor een endocriene of psychogene alopecia. Bij deze alopecia moet ofwel de allergie of infectie behandeld worden.

Endocriene alopecia
Deze kaalheid ontstaat door een hormonale aandoening. Onder invloed van deze hormonen kan de vacht wordt geleidelijk dunner worden en dan plots spontaan uitvallen. Vaak uit zich dat in een symmetrische kaalheid in het lendengebied, met soms een donkerdere verkleuring van de huid. Er is geen sprake van jeuk. Hormonale aandoeningen die endocriene alopecia kunnen geven zijn bv hypothyreoïdie (verminderde activiteit van de schildklier), hyperadrenocorticisme of Cushing (overproductie van cortisol), hyperoestrogenisme (overproductie van het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogenen) en een tekort aan groeihormoon. Door middel van verdere testen, zoals een bloedonderzoek, kunnen we tot een definitieve diagnose komen en dan ok behandelen.

Psychogene alopecia
Dit is een soort van alopecia die veroorzaakt wordt door een gedragsstoornis. Vooral katten, zijn erg stressgevoelig en kunnen zichzelf overmatig likken om die stress kwijt te raken. Hierdoor wordt de huid langzaam kaal, bv ter hoogte van de liezen en de buik. Deze alopecia wordt behandeld door de stress bij het dier te verminderen, welk kan zijn door medicatie of veranderingen in de omgeving.

Idiopathische alopecia
Dit is een kaalheid waarvan we de oorzaak niet echt kennen. Indien de alopecia in geen van de bovenstaande categorieën kan worden ingedeeld, valt de kaalheid in deze categorie.

Allergie

Een dier dat allergisch is gaat een overgevoeligheid hebben tegen stoffen die op zich niet schadelijk zijn zoals pollen, huisstofmijt, huidschilfers, voeding,….

Wanneer deze dieren met deze stoffen in contact komen, zal het immuunstelsel erg sterk reageren. Het doel van deze overdreven reactie is zorgen dat deze allergenen onschadelijk gemaakt worden door het immuunsysteem en geeft verschillende klachten, zoals jeuk, diarree, braken,… Deze reacties zijn niet door het allergeen zelf veroorzaakt, maar wel door het immuunsysteem.

Er zijn verschillende allergische aandoeningen:

Zoals vlooienallergie, voedselallergie en atopie. Deze zijn de meest voorkomende allergieën en kunnen qua reactiepatroon erg op elkaar gelijken. Ze kunnen ook vaak gecombineerd samen voorkomen.

Naast deze opgesomde allergische aandoeningen zijn er nog minder voorkomende allergieën. Zoals insectenbeet overgevoeligheid, medicijnovergevoeligheid, en contactallergie.

Hieronder bespreken we de meest voorkomende allergieën:

ATOPIE

Wat is atopie?
Atopische dermatitis is een chronische huidziekte waarbij er klachten zij van huidinfecties en jeuk. Vaak heeft deze ziekte een erfelijke basis, maar of dit dier deze allergie moet ontwikkelen is ook erg afhankelijk met het contact dat ze maken met de verschillende omgevingsfactoren.

Wanneer de aanleg ontwikkeld is, kunnen de huidklachten worden uitgelokt door prikkels, zoals omgevingsallergenen of voedselallergenen, maar ook door omgevingstemperatuur of hormonale schommelingen.

Lastige is dat een atopie niet te genezen is… De aanleg voor deze ziekte is onveranderd.. het enige wat we kunnen doen is samen met de eigenaar de huidklachten onder controle te houden . Dit wordt gedaan door de problemen in kaart te brengen en de prikkels die deze klachten geven tot een minimum te beperken.

Wie ontwikkelt atopie?

Honden met atopie hebben een verminderde barrièrefunctie van de huid en zijn erg gevoelig voor omgevingsfactoren. Deze honden reageren dus vee sneller op prikkels uit de omgeving dan een hond met een gezonde huid. De factoren die deze uitlokken zijn vooral:
* omgevingsallergenen, bv boom-gras-huisstofmijt of huidschilfers
* voedselallergenen
* temperatuurschommelingen
* luchtvochtigheid
* stress
* hormoonschomelingen
* overgevoeligheid op bacteriën en gisten die op de huid normaal leven
Door deze factoren gaat de huid gestimuleerd worden tot aanmaken van stoffen die ontsteking en jeuk veroorzaken. Wanneer het dier gaan krabben is er nog meer beschadiging en gaat de ontsteking en jeuk verergeren.

Wat een heel belangrijke is in allergische dieren is de huidbarrière. De huid is een barrière tussen de buitenwereld en het lichaam. Deze barrière zorgt voor het buitenblijver van schadelijke stoffen voor het lichaam.

Bij atopische honden is deze barrière verstoord en is de huid meer poreuzer waarbij verlies van water en ook binnendringen van allergenen veel sneller gebeurd.

Honden met een atopische huid hebben dus ook minder weerstand tegen bacteriën en gisten waarbij een microbiële huidinfecties sneller ontstaan.

Gezien dat er zoveel factoren bijdragen tot het krijgen van jeuk, is de jeuk bij deze patiënten ook niet altijd hetzelfde.

Hoe meer ze reageren op allergenen uit de omgeving, des te meer ze gaan jeuk krijgen. Op een bepaald moment is de jeukdrempel bereikt en hebben deze patienten klachten van jeuk. De ene patient heeft al een hogere jeukdrempel als de andere of ook andere momenten dat ze jeuk hebben. Denk maar aan honden die allergisch zijn aan huisstofmijt deze hebben heel het jaar jeuk, andere die meer jeuk hebben van bepaalde grassen, hebben seizoensgebonden jeuk. Ook warmte, zwemmen,… zal deze factoren verergeren.

Welke klachten krijgen deze patiënten?

Van kale plekken, tot plaatsen vol met roodheid (erytheem) maar ook een soort van olifantenhuid, of zelfs plaatsen waar er etter uit gaatjes in de huid loopt (diepe infecties)

Deze klachten krijgen ze door te bijten aan de huid, of te wrijven, te likken,…

Bij het grootste deel van de dieren (75%) worden de klachten het eerste opgemerkt tussen het eerste en 6de levensjaar.

Meest voorkomende rassen zijn: Duitse herder, Shar-pei, West Highland White terriër, Jack Russel terrier, Bullterrier, Staffordshire bullterriër, Shih-tzu, Labrador retriever, Golden retriever, Boxer, Labradoodle, Cocker Spaniel, Franse bulldog, Engelse bulldog en de Amerikaanse bulldog.

Hoe stellen we de diagnose van atopie?

Voor een “diagnose” te stellen van allergie gebeurd dit op verschillende vlakken:

Eerst wordt er met een vooronderzoek nagegaan of er aan bepaalde voorwaarde werd voldaan. De aard van de problemen dienen bij de allergie te passen. Ook de rol van infectieuze oorzaken, voeding of vlooienallergie moet uitgesloten worden. Als er geen andere oorzaken de jeuk veroorzaken wordt er gezegd dat allergie aanwezig is.

Veel eigenaars verwachten veel van allergietesten. Door het uitvoeren van allergietesten (in het bloed (IgE serologie) of in de huid (intradermale test)) kan men nagaan welke omgevingsallergenen verantwoordelijk zijn voor het uitlokken van de huidproblemen.

De eerste manier is een intradermale test. Hierbij wordt één kant van de borstkas van uw hond of kat geschoren, worden er zeer kleine hoeveelheden van de vermoede allergenen in de huid geïnjecteerd. Na een half uur na de injecties beoordeelt de dierenarts de reactiviteit van de verschillende allergenen. De tweede manier is een bloedonderzoek waarbij de hoeveelheid specifieke antistoffen tegen elk allergeen wordt gemeten. Hierbij kan er eerst een screening aangevraagd worden waarbij er enkel als resultaten wordt doorgegegeven of er allergie aanwezig is. Of er kan na deze screening of direct al eerste bepaling alle resultaten al gekend maken van alle 32 allergenen die worden gecontroleerd.

De betrouwbaarheid van deze testen is geen 100%.

Een dier met alle klachten van een allergie kan toch een negatieve test doen (zowel huid als bloed) en toch allergisch zijn. Dit betekent enkel dat het dier niet reageert tegen de geteste allergenen. Een dier kan ook een positieve test doen en toch huidproblemen hebben door andere onderliggende factoren. Een positieve test zegt enkel dat het immuunstelsel heeft gereageerd maar dit betekent niet automatisch dat de huidproblemen ook hiermee te maken hebben.

De testen uitvoeren raden we pas aan als je heel het traject hebt doorlopen, dus wanneer onderzoeken andere oorzaken dan de omgevingsallergenen heeft uitgesloten.

Hoe behandelen we een hond met atopie?

De behandeling van een atopische dermatitis is op verschillende vlakken. Het makkelijkste zou zijn het dier geen contact meer te laten maken met de omgevingsallergenen waartegen hij reageert maar dat is vaak in de praktijk niet mogelijk.

De behandeling is ook vaak bij elk dier verschillend. Het is vaak een heel zoektocht om als dierenarts maar ook als eigenaar de klachten te herkenen en op een goede ondersteunde manier te behandelen. Vaak duurt het een jaar voor een hele behandelingsstrategie op te stellen en dit door een goede samenwerking tussen dierenarts en eigenaar.

Ook niet onbelangrijk om te weten is dat een atopische dermatitis een chronische ziekte is en dus de behandeling levenslang moet worden volgehouden. Ook afhankelijk van de omgeving waar het dier zich in bevind kan soms de behandeling ook aangepast moeten worden. Het blijft dus wel een zorgenkindje en vergt van de eigenaar veel inzet en oplettendheid.

Meestal verschillende behandelingen naast elkaar zoals desensibilisatie, medicijnen, en verschillende huidverzorgingsproducten.
De behandeling is vaak een combinatie van onderstaande factoren:
● Jeuk- en ontstekingsremmende medicijnen
● Desensibilisatie
● Ondersteuning van de huidbarière
● Antimicrobiële behandeling

1. Jeuk- en ontstekingsremmende medicijnen

Antihistaminica hebben een beperkt nut bij kleine dieren, maar kort uitproberen van ten minste 3 verschillende middelen kan worden aanbevolen om te bepalen of er eentje van kan helpen bij uw huisdier. Oclacitinib is een JAK remmer (JAK is een soort van mechanisme in de huid die jeuk veroorzaakt). Deze pil geeft een heel erg snelle afname van de jeuk en is heel veilig wegens weinig negatieve invloeden op de rest vanher lichaam. Het bijkomend voordeel van oclacitinib is dat bij langdurig gebruik er kan overgegaan worden naar een flexibele toediening. Lokivetmab is antilichaam dat specifiek gericht is op een interleukine bij de hond. De blokkade van dit interleukine zorgt voor een verlichting van aan atopische dermatitis gerelateerde pruritis en een anti-inflammatoire werking. Het is een subcutane injectie die maandelijks kan toegediend worden en heel erg veilig is. Cortisone, of verwante analogen ervan, zoals prednisolone. Om mogelijke bijwerkingen tot een minimum te beperken, worden dieren gewoonlijk om de dag behandeld met de laagst mogelijke dosis die nog effectief is. Er is aangetoond dat orale ciclosporine effectief is en geschikt kan zijn om als behandeling voor uw huisdier te gebruiken. Het nadeel is dat het bij sommige patiënten pas na een 2-3 weken effectief begint te werken.

2. Hyposensibilisatie

Hyposensibilisering (allergeenspecifieke immunotherapie) bestaat uit een reeks injecties met verdunde allergenen die worden gegeven om het huisdier minder gevoelig voor zijn allergieën te maken. Deze behandeling kan gebeuren ofwel via injecties thuis te geven door de eigenaar of door een oplossing recht in de mond 2 keer per dag. Ongeveer 60% van de eigenaars meldt dat hun huisdier na 10 maanden baat heeft bij de injecties.

3. Ondersteuning van de huidbarièrre

Topische behandelingen, zoals wassen of mousses of spray zijn erg belangrijk voor de stabiliteit van de huidbarriere.
Wanneer deze barrière goed gevoed wordt, draagt dit ook bij voor mindere irritatie van allergenen op de huid en dus minder jeuk.
Mogelijkheden om bij honden de huidfunctie te ondersteunen:
● Bij het trimmen de vacht goed kort te houden en met een zachte borstel de hond kammen om huidirritatie te voorkomen
● Bij het wassen een vochtinbrengende shampoo/lotion gebruiken
● De huidbarriere herstellen met een oraal of topicaal product waarbij er een lipidencomplex de huidvetten aanvult
● Huidplooien (bv lipplooi, neusplooi, staartplooi, tussen de kussentjes aan de teentjes, vaginaplooi,…) regelmatig reinigen met lotions of doekjes met een ontsmettende lotion op.
● Oorinfecties voorkomen door een oorreiniger te gebruiken om het oorsmeer, welke een voedingsbodem is voor bacteriën en gisten, weg te spoelen
● Eeltplekken aan de elleboog, sprong, kin goed reinigen met een verzwachtende crème die de huid goed soepel houdt.

4. Antimicrobiële behandeling
Bij elke controle van een atopische patiënt er stalen van de huid worden genomen om secundaire infecties ( zoals parasieten, bacteriën, schimmels) uit te sluiten. Deze infecties kunnen ook jeuk geven en deze moeten behandeld worden om de jeuk te kunnen onderdrukken.

Bacteriële infecties

Een oppervlakkige bacteriële ontsteking kunnen we meestal behandelen met behulp van een milde antibacteriële shampoo. Is de ontsteking heftiger, dan moeten we antibiotica gebruiken. De antibiotica moeten voldoende lang, dat wil zeggen, minstens drie weken te worden gegeven. Bij een heftige ontsteking met veel korstvorming kunt u het beste daarnaast een antibacteriële shampoo voor diepe reiniging gebruiken.

Gistinfecties

Een gistontsteking (Malassezia ontsteking) behandelen we meestal met een speciale shampoo met chloorhexidine en miconazol. Alleen in zeer heftige gevallen is dit niet voldoende en moeten er medicijnen in tabletvorm (itraconazol) gegeven worden. Wanneer de allergie nog niet helemaal onder controle is, zien we erg vaak dat deze soort van infecties terug de kop opsteken. Daarom is het erg belangrijk om goed de huid te blijven reinigen op regelmatige basis tijdens de opwerking van onze atopisch dier.

Wat kunnen we doen preventief voor onze atopische dieren?

Heel veel honden zijn allergisch tegen huisstofmijten. Dat zijn mijten die in huis leven op dekens, gordijnen, zetels, hondenbedden enz.
Het aantal van deze huisstofmijten kan je verminderen door regelmatig te reinigen en te wassen. Bv Antihuisstofmijt bekleding over de matras van je hond, wekelijks deze bekleding en eventueel stoffen speeltjes wassen op temperatuur hoger dan 60°C. Meubels kopen met afwasbare bekleding Tapijten verwijderen, gordijnen best wassen 2 keer per jaar
Elke 5 maanden Allergone gebruiken voor huisstofmijt in te kapselen.
Ventileer de verschillende ruimtes waar uw huisdier in leeft 3-4 keer per dag, een 15 minuten

VOEDSELALLERGIE

We hebben net atopie besproken waarbij er vooral een overmatige reactie is van het immuunsysteem op omgevingsallergenen.
Bij voedselallergie is er vooral een reactie op bepaalde componenten in de voeding. Deze kunnen dan huidklachten krijgen (jeuk, ontsteking van de huid) of maag/darmklachten (braken, diarree, winderigheid).

Allergenen zijn meestal algemene basisbestanddelen van diervoeders. Uit onderzoeken is gebleken dat honden het meest gevoelig zijn voor rundvlees, zuivelproducten, soja, kippenvlees, maïs en eieren. Deze allergenen blijven na het invriezen, verwerken en koken nog steeds immunologisch actief. De allergenen worden door de darmwand opgenomen en komen dan in contact met het immuunsysteem.

Honden met huidklachten door voedselallergie krijgen jeuk. De hoeveelheid jeuk varieert van matig tot heftig. Door krabben, bijten en likken kunnen de huidklachten verergeren. Met behulp van een eliminatiedieet kunnen we vaststellen of een hond voedselallergie heeft. We willen wel even benadrukken dat deze 2 aandoening, zowel atopie als voedselallergie heel vaak samen voorkomen en dat dus erg vaak een opwerking van deze 2 nodig is om het dier jeukvrij te krijgen.

De diagnose van een voedselallergie kan enkel gesteld worden door het dier op een eliminatiedieet te plaatsen. Het beste dieet om dit dier op te plaatsen is een voeding waarbij de eiwitten zo klein zijn gemaakt dat het dier ze wel nog zal herkennen in de darmen als een eiwitbron waar het dier energie uithaalt, maar geen herkenning meer gebeurd als een voedingsallergeen. Het dier zou een 12 weken enkel dit eten mogen krijgen. In het begin kan er vaak nog een medicatie tegen infectie of jeuk gecombineerd worden maar na deze 12 weken zou het dier jeukvrij moeten zijn met enkel de voeding. Wanneer dit het geval is, is de diagnose gesteld van voedselallergie.

Wanneer we weten dat het dier voedselallergie heeft kan met gaan provoceren om te kijken aan welk bestanddeel het dier allergisch is. Dit kan best gedaan worden om gedurende een 2 weken een unieke eiwitbron toe te voegen en te analyseren of het dier weer jeuk krijgt. Wanner dit het geval is, kunnen we besluiten dat het dier gevoelig is aan deze nieuwe eiwitbron.

De meest gebruikte voeding die het meest anallergisch op de markt is, is Royan canin Anallergenic.

Even willen we ook belichten dat een voedingsbron met één soort nieuwere eiwitbron geen geschikte voeding is om deze test mee te starten. Deze voeding krijgt vaak het label hypoallergeen, maar is dit niet. Deze eiwitten worden vaak nog aanzien als een allergeen. Ook zijn kruisbesmettingen tussen de verschillende zakken voeding die in dezelfde fabriek gemaakt worden, een groot probleem. Door deze kruisbesmettingen zitten er vaak meer allergenen in eenzelfde zak dan wat er op de ingrediëntenlijst vermeld staat.

Sarcoptes mijt



Sarcoptes mijt bij de hond. Dit is een parasiet die wordt aangetroffen op de minder behaarde plaatsen bij de hond, bv buik, oorschelp en ellebogen. De mijten gaan zich ingraven in de huid en daar eitjes leggen en jeuk veroorzaken.

Eosinofiele furunculose





Dit is een hond met een eosinofiele furunculose. Dit is een diepe infectie van de haarfollikel die heel erg snel opkomt. Gezien de infectie zich in de haarfollikel bevind, gaan de haren in de haarfollikels uitvallen. Deze aandoening geeft geen jeuk, maar is wel erg pijnlijk. Het wordt vooral bij jonge honden gezien en gaat zich vooral situeren op het aangezicht; vooral de neus, oorschelpen, lippen of rond de ogen. De letsels zijn altijd erg exsudatief (= vochtproducerend), soms bloederig en geulcereerd.

Eosinofiele plaque





Dit is een kat met een eosinofiele plaque, gelegen op de achterkant (caudale kant) van de achter-poten. Dit is een diepe infectie die zich uit als goed afgelijnde verdikkingen in de huid, met haarverlies en erg veel jeuk. De reden dat deze kat dit heeft is een allergische reactie. De oorzaak van deze allergische reactie (vlooien, omgevingsallergenen, voedingsallergenen,…) kan door verdere testen uitgesloten worden.

Interdigitale furunculose





Dit is een hond met een interdigitale furunculose. Bij deze honden worden er zwellingen gezien tussen de tenen, die vaak naar een tijdje gaan draineren met een etterig secreet. Ze hebben vaak pijn bij het wandelen en hebben ook erge jeuk aan deze tenen. Het wordt vaak gezien bij bepaalde rassen, zoals: Bulldoggen, West Highland White Terriers, Labradors,… Wanneer deze dieren dit ontwikkelen moet er nagegaan worden wat de onderliggende oorzaak is, bv allergie, parasieten, schimmels, bacteriële infectie, auto-immune oorzaak, huidkanker,…

Proliferatieve, necro-tiserende otitis externa





Dit is een proliferatieve, necro-tiserende otitis externa bij de kat. Dit is een zware oorinfectie waarbij de gehoorgang erg gaat verdikken en afsterft. De oorzaak van deze infectie is niet gekend. Dit komt vooral voor bij jonge katten en wordt gezien aan de 2 oren. De oren hebben dan ook een zwarte secreet met soms een ulceratie van de gehoorgang. Dit is een erg pijnlijk en jeukende aandoening bij de kat. Definitieve diagnose wordt gesteld met een bioptname.

Malassezia – gisten

Malassezia – gisten (witte pijlen) op een grote huidcel (zwarte pijlen). Gisten geven vaak oor-ontstekingen, maar zien we ook frequent tussen de tenen, in de liezen en de oksels.

Indolente ulcer



Een “Indolente ulcer” bij de kat is een ulceratie aan de lip van de kat. Dit behoort mee tot een van de uitingen van een eosinofiel granuloma complex bij de kat. Deze aandoening is uiting van allergie bij de kat. Dit is niet pijnlijk. Er dienen verschillende stalen genomen te worden om secundaire infecties uit te sluiten.